Wat is een brus?

Het begrip ‘brussen’ is reeds tamelijk bekend bij begeleiders die werken met personen met een beperking of langdurige ziekte. Doorgaans begrijpt men onder de term ‘brus’: een broer of zus van een persoon met een beperking. Werken met broers en zussen is echter ook binnen de bijzondere jeugdzorg niet vreemd. Kunnen deze broers en zussen ook beschouwd worden als ‘brussen’?

Begeleiders en hulpverleners uit de bijzondere jeugdzorg geven aan dat ze grote verschillen ervaren met diensten die werken met of voor personen met een beperking. Desondanks bestaat ook de overtuiging dat een wederzijdse bevruchting tussen alle verschillende sectoren mogelijk is, zonder daarom de bestaande verschillen te ontkennen. Op deze website beschouwen we daarom een brus als een broer of zus van een persoon met een bepaalde ondersteuningsnood. Met het woord ‘ondersteuningsnood’ bedoelen we bijvoorbeeld: een beperking, een langdurige ziekte, een psychiatrische stoornis, leerstoornis, een gedragsprobleem / gedragsstoornis, een ontwikkelingsstoornis, …
De plaats van de brus in het gezin blijkt zowaar nog complexer te worden binnen de BJZ. Zo zien we dat men soms te maken krijgt met een slachtoffer-daderrelatie die de brusrelatie overstijgt. Een goede afbakening hierin blijft moeilijk, wat duidelijk wordt in onderstaande discussie tussen begeleiders. Het gaat hier over een situatie waarin zus slachtoffer is van misbruik door haar broer.

  • ‘Ik zie hier geen situatie van brussen in, ik zie hier een situatie van dader en slachtoffer…’
  • Dit neemt niet weg dat dit ook een broer-zusrelatie is en in onze sector we daar heel vaak mee geconfronteerd worden.
  • Ik zie ook twee dingen. Mocht het buurmeisje aangerand zijn en de broer wordt uit het gezin gehaald en zus blijft achter. Dat meisje staat daar in het gezin. Broer is weg, hoe kun je dan weer verbinding gaan maken? Dat zie ik dan wel weer eerder als een brussenthema.
  • Ik weet het niet. Ik kan er niet naast kijken dat die zus ook beïnvloed wordt door hoe de moeder er naar kijkt. En het is een zorgend kind, die zus…En die pikt het verlangen op van de moeder om haar gezin terug bij elkaar te krijgen. Ik vraag me dus af in hoeverre dat kind nog kan aangeven waar haar grens zit.
  • En ze heeft ook loyaliteiten naar haar broer toe. Ze moet ook zorgen voor haar broer… Dat heb je in een pure dader-slachtofferrelatie toch wel veel minder denk ik.
  • Dit gaat over hoe kun je herstelgericht werken in een broer-zus-relatie? Dat is alweer heel wat anders. Maar in de BJZ is het altijd zowat een mix. Je hebt nooit een zuivere brussensituatie.
  • Het is meer dan een dader-slachtofferrelatie.
  • Daarnaast is het ook zo dat gezinssituaties helemaal niet altijd zo eenduidig onder een bepaalde sector kunnen worden geplaatst. We zien dat de gezinnen in de BJZ ook vaak te maken hebben met personen met een beperking of label. In de realiteit is er dus altijd heel wat overlap.