Directe brussenondersteuning

Broers en zussen samen

a. Tot verbinding komen
b. Verschillende ontwikkelingsniveaus overbruggen 
a.Tot verbinding komen...
  • Wij werken soms met kwaliteitskaartjes. Het spel heet het ‘kinderkwaliteitenspel’. Dat helpt ook om taal te geven aan waar de ander goed in is.

  • Soms werken we ook met symbolische geschenken of briefjes.

  • Ik breng altijd vanalles mee en die broertjes en zusjes willen dan ook op school daar bijzitten. Die willen dan helpen, en die mogen dat niet. Dan probeer ik toch zoveel mogelijk te helpen met ouders bij het verminderen van ruzies en toon dat de kinderen daar allen hun rol in hebben. Soms moet je de zaken wat in kaart brengen. In spelmomenten zal ik de aanwezige broertjes en zusjes volledig betrekken en die plaats geven.

  • Zo is er bijv. een brusje dat erg perfectionistisch is ingesteld, voor haar is het erg moeilijk om een broer te hebben die alles net iets minder goed kan. Maar ook daar zie je dat je tot verbinding kan komen. Op het einde gebeurde dit bijv. door het uitdelen van pluimen aan elkaar. Ze geven elkaar dan een pluim, bijv.’ ik vind dat mijn broer dat heel goed kan’, ze doen dit naar elkaar en naar de ouders.
  • Binnen de ambulante werking hoorde ik dat er eigenlijk veel gemakkelijker gewerkt wordt met zussen en broers omdat ze ook aan huis gaan en die brussen sowieso betrokken worden. Dan wordt er ook meer samen gespeeld. Er wordt dan ook bewust gekozen voor een aantal spelletjes waar de broer- en zusrelatie meer aan bod komt. Voorbeelden daarvan zijn Tim en Flapoor, Kicker Be Cool, doos vol gevoelens, Hopplakoffer… (verwijzing naar materiaal) De ambulante begeleiding maakt het wel gemakkelijker om de zussen en broers mee te begeleiden.
  • De ondersteuning van de (volwassen) brus kan ook gedeeld worden als er meerdere brussen zijn. Er wordt bijvoorbeeld een roulement afgesproken en elk weekend kan de zus ergens anders naartoe. Bij mij gebeurt dat zo in een gezin. En die zussen leven in een zeer gespannen relatie onderling, maar ze slagen er wel in om in het teken van hun zus overeen te komen.
  • Ik zou ook via het kind met een beperking toenadering zoeken. Misschien kan het zusje eens iets maken voor de brus als erkenning? Zo bijv. wat vind je leuk aan je zus? En samen met haar ook naar mama en papa toe. Dan kan je via het zusje met een beperking zaken ook gaan benoemen naar zus toe. Je weet dat ook niet altijd.
  • Ik vind het toch belangrijk dat hij niet een hele voormiddag bij zijn zus zit, want hij is klein en boordevol energie en zijn zus heeft haar rust nodig. Maar het lijkt me toch belangrijk, al is het maar 5 of 10 minuten, dat hij toch eens bij zijn zus is. Dat zal hem misschien ook meer helpen om te begrijpen waarom zij zoveel meer aandacht krijgt, misschien ook nodig heeft, dan hem.
  • Het is misschien wel interessant om te kijken hoe brussen (uit eenzelfde gezin) elkaar onderling kunnen ondersteunen, want ze leven ook in hetzelfde gezin. Ze weten dus wat het is om in dat gezin te leven als brus.
  • Wij deden met de zusjes wel eens iets samen. De ene zus werd begeleid door mezelf en de andere zus door iemand anders. We organiseerden dan eens een activiteit met hen samen, ze moesten elkaar dan een pluim geven bij iets dat goed liep en een pijl als ze een werkpuntje zagen bij elkaar. De moeilijkheid is vooral dat er niet zoveel gedaan wordt met de brussen die thuis zitten.

Terug naar overzicht

b.Verschillende ontwikkelingsniveaus overbruggen
  • De aandacht is er voor heel het gezin, maar soms zal ik wel opsplitsen. Het ene kind kan soms erg goed abstractie maken van bepaalde zaken, een ander kind kan dat nog niet en geeft erg momentane zaken aan. Bijv. rond gevoelens, is het kind blij, dan is het blij, is het boos, dan is het boos. Ik zal wel altijd terugkoppelen, ze komen steeds weer bij elkaar. Ze kiezen dan zelf wat ze elkaar vertellen en wat niet. Bij de een is dit soms heel kort en speels. Bij de ander is dat via knutselopdrachten. Daaruit komen we dan tot gesprek en wordt heel snel duidelijk welke gevoelens allemaal meespelen.
  • Misschien kan het ook belangrijk zijn voor brussen van hetzelfde gezin om steun te zoeken bij elkaar? Hoe kunnen zij elkaar steunen en op welke manier kunnen we daarmee werken?
  • Ik kan me inbeelden dat er een groot verschil zit tussen volwassen brussen van 25 bijv. en volwassen brussen die 40 of 50 zijn. Ik denk dat je te maken krijgt met heel andere relaties, heel andere vragen en heel andere behoeften.
  • De leeftijd van de brus speelt mee in wat ze kunnen en willen opnemen. Zo schrijft een 60-jarige brus dat die niet zo gemakkelijk met het openbaar vervoer kan komen. Zij is op haar gemak dat haar broer goed verzorgd wordt en dat al die administratieve rompslomp gedaan wordt voor haar.

Terug naar overzicht